zondag 29 maart 2009

God - dirigent - levensconcert

Jubileumdienst van de muziekvereniging Dr. Nuijens

Gebed

De stilte zingt u toe, God
de stilte
de adem is uw Geest
die leven en bezieling schenkt
het licht is er
om ons te laten groeien
naar U, en naar elkaar.

En de muziek mag daarin een verbindende rol spelen
de muziek –
een geschenk, een talent
om vreugde en verdriet samen te brengen.
En vooral zal het beoefend worden:
het samenspel èn het luisteren.

Geef dat we één zijn in U
afgestemd op elkaar
delend in het grootste geheel van het leven.

Wees in ons midden God,
in zang en muziek
en in de stilte - AMEN


We lezen een gedeelte van Psalm 98. De psalm begint met:
Zingt voor God een nieuw lied
want Hij heeft wonderen gedaan!
Een wonder – was het – gisterenmiddag, dat om 2.00 uur de zon doorbrak
en de muziek van verschillende kanten onder een opgeklaarde lucht naar het Sportveld in Hoogkarspel trok. Daar konden we – in de zon – genieten van de muziekverenigingen!

We lezen: Psalm 98 vers 4 en 6 t/m 9

Juich God toe, héél de aarde
juich en jubel, zing het uit
Blaas op de ramshoon en de trompetten
juich als God, uw Koning, verschijnt.
Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft
laat juichen de wereld met haar bewoners
Laat de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen
voor God, want Hij is in aantocht
als rechter van de aarde.
Rechtvaardig zal hij de wereld berechten
de volken oordelen naar recht en wet.

Meditatie

Psalm 98 is een prachtig lied voor deze dag, waar de muziek als jubilaris in ons midden is en àlle koren meedoen.
Psalm 98 roept alles en iedereen op blij te zijn en muziek te maken, niet alleen de gelovigen en de kerken, maar héél de aarde, alle volken, alles wat leeft en is. De héle schepping: het is één loflied! De bergen jubelen en de rivieren zorgen voor applaus. Voor God.

God. Dat woordje “God” is lastig. Het is nooit goed uit te leggen, wat we ermee bedoelen. Het is niet zomaar in beelden te vatten, je kunt er niet goed bij. Van God zegt Psalm 98, dat hij de Rechter is. Dat klinkt streng. Misschien maakt het bang. Maar hóór in het woord “rechter” vooral: recht doen. Alles en iedereen zal recht worden gedaan en terecht komen, bij God. Alles zal harmonieus klinken en het samenleven zal gezegend zijn.

God als rechter. In een dienst als die van vanmorgen met de fanfare, de muziek en de zang, kunnen we “rechter” best vertalen met “dirigent”, leider. In het grote, wereldwijde samenspel van alle leven, geeft God zijn regels en dirigeert: niet stelen, niet liegen en bedriegen, niet vals spelen, maar trouw zijn, en recht doen! Leef met de talenten die je gegeven zijn, speel je eigen rol en speel hem goed! Luister naar de ander en wacht, heb geduld. Alles komt op het goede moment!

Levenslessen moeten beoefend en ingestudeerd. Het gaat niet zomaar vanzelf. Samenspelen moet je leren. In het grote concert des levens heeft alles een plek, en het gaat over alle grenzen heen!
God is – zo geloven wij – grenzeloos. Met recht. Met recht doen. Dat is: aftikken als het verkeerd is. Opnieuw proberen. Oefenen. Afstemmen op elkaar, op de ander. En maat houden. Maat houden in het leven. Van genoeg weten. Leren, en er hard aan werken.

Zo wordt het leven een feest, en is er alle reden om te juichen en te jubelen. En God zal er zijn, in de muziek, en in de stilte.

donderdag 26 maart 2009

Met de muziek mee!

In de kerkentuin bloeien volop de narcissen. Zij steken de trompet. Het is lente. De natuur is ontwaakt en komt tot leven. De vogels laten van zich horen. Het wordt Pasen.
Zondag gaan we niet naar de kerk.
We gaan met de muziek mee naar sporthal de Sluis. Muziekvereniging Dr. Nuijens viert daar dit weekend haar 90-jarig jubileum. Als Protestantse Gemeente vieren we het met haar mee. In oecumenische verbondenheid. Vreemd? Misschien. Voor sommigen. Dr. Nuijens is toch Katholiek? Wat hebben de Protestanten met Dr. Nuijens?

We denken gemakkelijk in gegeven, traditionele kaders. Voor elke geloofsrichting was er in het verleden de eigen vereniging. Ook voor de muziek. Terwijl muziek eigenlijk heel ruim is en kaders openbreekt. Muziek maak je met elkaar, inspelend op de onderlinge verschillen. Om een stuk mooi te laten klinken, moet ieder zijn/haar instrument kennen en de eigen partij goed in studeren. Harmonieus samenspelen is maat houden en naar elkaar blijven luisteren. De één zal de ander niet overstemmen. Ieder wordt op een eigen manier gehoord. Prachtig!

Als gelovigen – Rooms-katholiek en Protestant – weten we van de onderlinge verschillen in traditie, in rituelen en organisatie. Beide kennen we de vele stemmen, van hoog tot laag en hard en zacht. Sommige klinken hard en autoritair. Anderen laten maar weinig van zich horen. Regelmatig zitten we bij elkaar en zoeken we naar goede vormen om samen-kerk te zijn. We horen van elkaar, wat wel of juist niet een steun is geweest in donkere tijden. We vertellen over de persoonlijke keuzes die we gemaakt hebben en waarom. In zulke gesprekken gaat het er niet om de ander te overtuigen van het eigen gelijk. Het gaat om luisteren en leren, om jezelf en de ander te begrijpen en elkaar de nodige ruimte te geven. Het gaat om samen leven, samen geloven. Dat is een kunst die beoefend moet worden, net als het samen muziek maken.

Buiten ziet de tuin geel van de narcissen. Ze staan met open trompetten de lente aan te kondigen. Ieder die oog en oor heeft voor wat te horen en te zien is, mag mee genieten.
Dat mogen we ook met de jubilerende Dr. Nuijens.

Op zondag 29 maart is er om 10.00 uur in sporthal de Sluis in Hoogkarspel een jubileumdienst met de muziekvereniging Dr. Nuijens, waarbij de Protestantse en de R.K. Kerk samenwerken. Voorgangers zijn Pastor M. Vet-Koopman en Ds. K. van Middendorp-Sonneveld.

woensdag 18 maart 2009

Eén is genoeg

Zondag a.s staat op het leesrooster van de kerken Johannes 6 vers 4 -15. Het vertelt dat er rond Jezus veel mensen samenkomen. Ze hangen aan zijn lippen. Ze willen door Hem worden aangeraakt. Ze zoeken genezing en vrede. Zullen de mensen ontvangen wat zij verlangen? Is er wel genoeg, voor zovelen? Ze wachten. Het duurt. Ze hebben honger. Er is een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen.

Een kind staat in het midden.
Het geeft zijn brood en vis zomaar uit handen.
En het was genoeg….

Gebroken en gedeeld worden de vijf en de twee. De getallen zijn symbolisch: vijf, de vijf vingers aan een hand, en de twee: je beide handen. Zeven was voldoende vijf en twee, zingen we zondag. Maar ook de vijf waren genoeg, of de twee. En nog meer: je raakt met één bij Jezus al vol. Het ene, de liefde. Dat is wat alles draagt. Als de liefde niet meer spreekt, is alles verloren. Dan is het gedaan. Dan ben je hol en leeg geworden en ongeloofwaardig.

Een collega vertelde over de moeilijkheden in zijn huwelijk. Een andere vrouw was in zijn leven gekomen. Hij had besloten te gaan scheiden. Het speelde allemaal al een langere tijd. Mijn geloof is erdoor verdiept, zei hij, ik ben anders gaan preken, ik leef intenser mee met mensen in het pastoraat. Er is een diepere gevoeligheid in mij gegroeid. Hij heeft zijn ambt neergelegd. Dat lijkt in deze situatie het beste. Een ambtsdrager moet integer willen en durven zijn. Voor zichzelf, maar ook voor de anderen. Van binnen en van buiten.

Wanneer ben je voldoende integer, geloofwaardig? Kunnen we dat aan iemands eigen geweten over laten? Is dat met een getal uit te drukken? Je hoeft niet volmaakt te zijn. Iedereen heeft zijn fouten en laat wel eens een steekje vallen. Een zeven is ruim voldoende.

Deze vastentijd is een tijd van bezinning. Wat hebben we nodig? Hebben we genoeg in huis? Hoe is het met de liefde? En gaan we, in tijden van crisis graaien of weten we te delen?

We bereiden ons voor op het Paasfeest. We houden ons hart vast, vanwege die Ene, die kwetsbaar en ge-broken van liefde spreekt.


De dienst in Hoogkarspel begint om 10.00 uur.
De kinderen zullen in ons midden zijn, met één brood-vis.

vrijdag 13 maart 2009

Tjilpen

De boekenweek is begonnen met veel getjilp. De media strooiden voor het boekenbal wat broodkruimeltjes en meteen was er een hele zwerm mussen. Het kwetterde dat het een lieve lust was! In de kerk kunnen we op onze gelovige manier meedoen met Psalm 84: Zelfs vindt de mus een huis, o Heer. Maar ja, dan moet dat huis wel gevonden kunnen worden. Zullen ook wij met wat broodkruimels de mussen proberen te lokken? Extra aandacht, nieuwe vormen en een bijzondere presentatie?

Begin maart gaf Sipke de Vries, de koster van de Protestantse kerk van Westwoud, na de kerkdienst een mooie fotopresentatie over de restauratie van de kerktoren. Het is een grote klus geweest, die de hele winter duurde. Maar nu ziet het er prachtig uit! De galmgaten bovenin bij de klok zijn nu met gaas dichtgemaakt, zodat er geen vogels naar binnen kunnen komen. Het blijft nu gelukkig netjes schoon, boven. Iemand vroeg: Maar – die vogels, die rekenen toch op dit huis, op deze plek? Waar moeten ze nu naar toe? Moeten we niet een andere voorziening voor hen maken? Er werd niet op ingegaan. Die vogels zoeken het zelf wel uit, dacht men. Maar - lukt dat? Is er een nieuwe plek?

Vroeger, in mijn ouderlijk huis, zaten allemaal kwetterende mussen onder de dakpannen. Dat huis staat er niet meer. Vorig jaar is daar een groot betonnen blok met appartementen verrezen om Poolse arbeiders te huisvesten. Waar zijn de mussen gebleven? Zij kregen veel minder plek. Zij kunnen niet meer terecht in de blokken beton of onder de moderne dakpannen. Ook het groen wordt minder. We zien niet meer de zwermen die we vroeger zagen. We horen niet meer het vele gekwetter. Er zijn er nog een paar.

Vanmorgen sprak iemand met mij over de grote zorgen, omdat hun huis maar niet verkocht werd. Geen mens die hun plek lijkt te zoeken. Er zijn veel huizen te koop, lege woningen. Ze wachten. Ook de kerk leeft met het schrikbeeld van leeg te worden, en wellicht te koop. Ze ziet vaak de vele lege stoelen. Ze wachten. Ze vragen. Waar zijn de gelovigen? Zoeken ze nog wel een plek, een huis?
Zondag ben ik vrij. Ik wil met een andere zwerm mee vliegen. Ik hoef niet meer in het NH Dagblad te kijken, want de kerkdienstenrubriek is verdwenen. Ik stap met het boekenweekgeschenk in de trein naar Amsterdam, naar de Dominicuskerk. Tjielp, tjielp…

dinsdag 10 maart 2009

Op de berg

Ik had het boekje aan mijn dochter gegeven, over werken aan je eigen innerlijke kracht. Ik kende de voorbeelden nog: bewust ademen. Adem in op: berg. Adem uit op sterk, of stevig. Inademen… en uitademen. Ik moest eraan denken bij de voorbereiding van de dienst van zondag jl. De lezing was het verhaal van Jezus, die met drie van zijn discipelen de berg op gaat om te bidden, en die daar, hoog bij de hemel, op de top, in het licht staat van God. In alle luister!
Ik dacht: dat gaan we zondag met elkaar oefenen. In – en uitademen, berg – stevig; berg – licht, berg - vrede. Als je dat aandachtig en bewust doet, voel je ook dat die berg van licht helpt. Het geeft kracht en stevigheid. Als een gebed.
Het werd zondagmorgen. De dag begon donker en regenachtig. Maar na tien uur, toen de dienst begonnen was, brak door de hoge ramen van de kerk het licht door. We beklommen in gedachten de berg, in- en uitademend en biddend om licht, om houvast en stevigheid. Hoe bijzonder was het, om toen zomaar in ons midden het licht van de zon te zien en te voelen, als een geschenk uit de hemel. In een kring, voorin de kerk, braken en deelden we het brood van genade en verzoening. We werden gevoed met de belofte van toekomst van zegen.
’s Middags zaten we in de pastorie in een kring rond de tafel, en spraken we met de familie over het verlies van de vriend van mijn zus, die 61 jaar oud, in alle eenzaamheid is gestorven. Vrijdag jl. namen we in Amsterdam afscheid van hem. En over tafel gingen de gesprekken over de moeiten van het leven, om werk te vinden, en over de moedeloosheid en om ondanks alles te blijven geloven dat het leven zinvol is.
Staan op een berg, in het licht, in de kerk. Het is maar even. Ik blijf die momenten koesteren. Ik wil blijven geloven, ook in tijden van crisis, in het goede, in licht en vrede.

donderdag 5 maart 2009

Zondag 8 maart 2009 is het Vrouwendag.

Op het rooster van de kerk staat de evangelie-lezing uit Marcus 9. Op een berg hebben Jezus en zijn drie leerlingen Petrus, Jacobus en Johannes een onbeschrijfelijke, wonderlijke, mystieke ervaring. Daarbij verschijnen hen de grote profeten Mozes en Elia. Het is een hoogtepunt.

Omdat het vrouwendag is, wil ik het verhaal uitleggen in het spoor van de feministische theologe Maria de Groot, die de hoogte van de berg laat spiegelen in de diepte, in het verhaal bij het graf van Jezus, met de vrouwen bij het graf: Maria van Magdala (als Petrus), Johanna (als Johannes) en Maria de moeder van Jacobus (als Jacobus). Hoogten en diepten horen bij elkaar. Maar niet op een manier van heren en knechten, van machthebbers en onderdanen, van mannen die heersen, en vrouwen die dienen. Dat hele systeem is door Jezus onderuit gehaald. We zijn als mensen bedoeld om er als naasten van elkaar te zijn. Als maatjes. Als man en vrouw weerspiegelen we het beeld van God. Hoogte en diepte hangen samen als de zaadkorrel, gevallen in het donker van de aarde, en de rijpe korrels, gedragen in de hoge halmen bij de oogst. Het één kan niet zonder het ander.

In de kerkelijke traditie - en in de patriarchale samenleving - is de onderlinge samenhang en de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen helaas weggeschreven en onderbelicht gebleven. Door de eeuwen heen werden vrouwen niet gezien, werden hun levens en ervaringen niet beschreven, en werd haar een ondergeschikte, dienende rol voorgeschreven en opgelegd. Een dienende rol is mooi. Maar het zal niet ondergeschikt zijn! Vandaar, zondag a.s., aandacht voor de Vrouwendag.

En we vieren het heilig avondmaal in een grote kring rond de avondmaalstafel. Ik zal zelf het brood weer bakken. Het helpt mij om het avondmaal meer van binnenuit te beleven. Het brood bakken vraagt geduld en waakzaamheid. Het deeg moet goed worden gekneed. Daarna moet het rusten en de tijd krijgen om te rijzen. Zo ook is de weg van het Koninkrijk van vrede: geduld en waakzaamheid zijn geboden. Maar we worden, door te breken en te delen in het lichaam van Christus, gevoed met licht en vrede, met vergeving en verzoening.

We zijn met elkaar verbonden: God en mens, vrouwen en mannen, gelovigen en anders gelovigen, armen en rijken. We staan met elkaar op een berg, in het schitterende licht van God.


Dienst in Hoogkarspel: Protestantse Kerk, Raadhuisplein 24a aanvang 10.00 uur

maandag 2 maart 2009

Levensloop en loopbaan

Afgelopen drie weken was ik in Amersfoort voor een training met zeven collega-predikanten over het ambtswerk. We waren een 55 + groep: een levensloop lag achter ons, een loopbaan. Allen waren ervaren en al heel wat jaren predikant, vaak ook in verschillende plaatsen. Het is dan goed om het werk kritisch te bekijken en elkaars werk te beoordelen. Leren van elkaar, deden we, van elkaars manier van preken en het pastorale werk. We deelden de vreugden en lasten van het ambtswerk. Het gaf veel herkenning en saamhorigheid. We bestudeerden en bespraken nieuwe theologische en liturgische inzichten en leerden vooral veel van onze onderlinge verschillen. Want verschillen mogen er zijn, in de kerk. We hoeven niet (meer) allemaal hetzelfde te zijn en te geloven. En dat is best lastig. In de eerste week was er al iemand die zei: als het zo gaat, met de dagopening, als het niet gaat volgens de richtlijnen van het dienstboek van de kerk, dan levert het mij te weinig op. Dan stap ik eruit. De gesprekken daarna werden heel waardevol. Op een open manier kon gezegd worden wat er in je leeft, aan geloof, aan geloofsvorming en overtuiging. Geen opgelegde geloofsleer, maar geleefde spiritualiteit.
De laatste dag kregen we de vraag, welk lied we zouden willen zingen, als we in het ambt bevestigd zouden worden. Voor mij is dat nu dit lied, als een gebed aan God, en aan de gelovige gemeenschap van Jezus Christus:

Neem mij aan zoals ik ben
zuiver uit wie ik zal zijn
druk Uw zegel op mijn ziel
en leef in mij.

Aangenomen, aanvaard zijn. En de ander de ruimte geven om anders te zijn en te geloven. En daarover met elkaar in gesprek zijn. Dat is een zegen!