vrijdag 17 juli 2009

Nieuwe aardappelen


Begin deze maand was ik bij mijn familie en moeder in het Westland. We maakten een rondje naar buiten, rond huis en moestuin. Van het veldje aardappelen was er al een gedeelte gerooid. Eigenheimers. Lekkerder aardappelen waren er niet. Ik ken ze van vroeger. Het was een feest als de nieuwe oogst op tafel kwam. Met echte roomboter. Zouden ze nog steeds zo lekker zijn? Ik vroeg of ik een maaltje mee kon krijgen. Het was een vreemde gewaarwording: de Opperdoezer Ronden vind ik lekkerder.

Deze week las ik het boek van Anton Wessels, het evangelie volgens Vincent van Gogh. Daarin staat de afbeelding van Van Gogh’s aardappel-eters. Wessels ziet dat samenzijn van boeren, de kleine kring rond de tafel in een groezelige hut, afgebeeld als het heilig avondmaal. De schaal met aardappelen ligt te dampen onder de lamp, als lichtend voedsel. Een kind staat op de voorgrond. De stoom van de aardappelen schept rond haar een lichtkrans. De kommen worden vol geschonken en eerbiedig vastgehouden. Het zijn boeren, die de lange dag met hun handen de aarde hebben bewerkt om voedsel te oogsten. Nu zitten ze bij elkaar, in het donker, om gevoed te worden. Ze lijken zelf op aardappelen, wortelend in het donker van de aarde. Ze scharen zich om het licht en vinden voedsel en warmte. Ondergronds, zijn ze. Aardappelen, die aardappeleters. Maar zij geloven, ze weten, dat ze aan het licht zullen komen!

Het is iets van vroeger, het weten en eten van de nieuwe oogst. We zitten minder in een kring rond de tafel voor de maaltijd. We zitten tegenwoordig meer uitgezakt voor de t.v., met een zak chips en andere snelle happen, in vele gevarieerde smaken. Door alle bewerkingen heen is het basisproduct nauwelijks te herkennen. We weten minder van groei en bloei en oogst. En dat dit leven was, leven is, wat we als voedsel met elkaar delen. In deze tijd gaat alles de hele wereld over. Het is te veel, te groots, en altijd met nieuwe oogsten van overal vandaan. We eten en kijken tegelijk naar vele beelden die op de t.v. voorbij vliegen. Het lijkt wel aardappelpuree.

Er komt een dag dat we opnieuw zullen vragen naar Eigenheimers, naar Opperdoezer Ronden, naar Eerstelingen van de nieuwe oogst. Het is de dag dat wij ook zelf, als nieuw, aan het licht zullen komen.

maandag 6 juli 2009

Rugtas

“De allerbelangrijkste dingen om in je rugtas te stoppen, als je op vakantie gaat, zijn: je pas en je geld” kreeg ik van huis uit mee. Anderen (ik zit vaak in kringen van gelovigen) voegden er nadrukkelijk aan toe: “èn je bijbeltje!” Zou ik dan zonder bijbel verdwalen? Zou een bijbeltje - als een mascotte – mij onderweg beschermen?

Ook voor onze levensreis wordt een rugtas gepakt. Onze (voor)ouders en opvoeders hebben er veel ingestopt. Zij gaven mee wat zij dachten dat goed voor ons was. Wat we wel en niet zouden moeten geloven. En allerhande praktische dingen. We hebben daar zelf waardevolle dingen aan toegevoegd. We hebben opgeruimd wat we als nutteloze ballast gingen ervaren. Lastige zaken stopten we diep weg. We doen er niets mee. Dat weegt. Hoe licht, of hoe zwaar is alles wat we meedragen in het leven?

Als het over kerk en geloof gaat, is er bij velen heel wat weggedaan. Bijvoorbeeld het beeld van een almachtige, strenge God. We laten ons niet bang maken. De angsten wogen zwaar, dus weg ermee! Zoiets als de hemel is gebleven. Bij het afscheid van een geliefde hoorde ik vaak de vragen, de twijfels van de nabestaanden: “Ik weet niet wat ik moet geloven, maar ik denk dat er wel iets zal zijn. Ik geloof, ik hoop dat we na de dood elkaar misschien weer zullen zien. Het zal toch niet voorgoed afgelopen zijn – dit dierbare leven?”

De rugtas is leeg geraakt, of vol vraagtekens geworden. Bij alle zorgen, drukten en angsten, is er een intens verlangen naar momenten van vrede en vrijheid, naar geluk, licht en liefde. Hoe vinden we een weg? Welke gidsen zijn er? Wat is onze bestemming? Welke reizen beloven tegemoet te komen aan ons verlangen?

Het is vakantie. Dat betekent: dagen van vrij zijn. Leeg worden van het dagelijkse werk en de zorgen. Geen zware lasten dragen. Je hoeft niet te pakken en weg te gaan. Het is eerder: thuiskomen bij wie je bent, bij wat je draagt. Het is: de waarde van jezelf ontdekken in verbondenheid met anderen. Je vrijheid en je verantwoordelijkheid.

De rugtas? Licht. Leeg. In de kast.