vrijdag 25 mei 2012

Afscheid

’s Morgens vroeg was er een telefoontje van mijn oudste zus: Moeder is ziek. De dokter is geweest. Longontsteking. Het ziet er niet zo goed uit. Om 12.00 uur komt hij weer terug. Om 10.00 uur belde zij weer. Moeder is overleden. In de lucht rommelde het. Ik hoorde een donderslag. Alsof de hemel in beroering was. Maar geef daar geen vreemde interpretaties aan. Mijn moeder geloofde niet dat de gestorven geliefden haar bij de hemelpoort zouden opwachten. En dat er met deuren geslagen zou worden. Voor haar was God een groots mysterie, waar we eerbied voor zullen hebben. ’s Avonds om 18.00 uur zaten we met elkaar rond de tafel met de dominee, om haar afscheid voor te bereiden, en vertelden we onze verhalen. We ontdekten hoe we van elkaar verschillen. Acht kinderen, geboren uit dezelfde ouders, op dezelfde plek opgegroeid en opgevoed, en toch zo anders. Ook hoe we onze moeder hebben beleefd. Intensieve dagen werden het. Ik bleef overnachten in Maasdijk. Ook dat was bijzonder: het optrekken met eigen broers en zussen op die vertrouwde plek, waarvan ik al veertig jaar geleden weggegaan ben. En nu, een paar weken na het afscheid, zijn er weer andere dingen die moeten gebeuren: het opruimen, het leeghalen van laadjes en kasten. Zien wat er is, wat er was, wat bewaard bleef. Gesprekken. Ik vind een stapel brieven die ik als student aan thuis schreef. Nee, weggooien kon mijn moeder niet. Ik lijk op haar. Het ene afscheid raakt aan het andere. Ook in Hoogkarspel moeten we opruimen. We hebben besloten om in juli naar Den Helder te gaan. We hebben hier een pastorie vol herinneringen. In de 15 jaar dat we in West Friesland wonen, is er veel gebeurd. Er zijn vele brieven, er ligt een grote stapel liturgieën en preken, die ik nooit weggooide. Het gaat allemaal door mijn handen, het pijnlijke en het dierbare. Wat mag mee, en wat moet weg? We gaan kleiner wonen. Er moet ruimte geschapen worden. Dit is Pinksteren: loslaten. Bevrijd worden. In beweging komen en opruimen. Ruimte scheppen voor het nieuwe.